Een hele maand verstreken zonder dat er ook maar één tekst op deze website is verschenen?! Nul komma niks geen eindejaarslijstjes, goede voornemens of nieuwjaarsbeschouwingen?! ‘Wat is er, menneke, tong verloren?’ zoals de plezante nonkel het in mijn kinderjaren op menig familiefeest placht te verwoorden.
Wat kan ik zeggen? Soms gaat het leven met je aan de haal. Je werkt aan je vierde roman, schrijft de uren weg, en als je halverwege de eerste versie bent, kijk je uit het raam, en merk je dat het intussen donker is geworden en dat Studio Brussel vanuit de Schorre in Boom staat uit te zenden. Je leest boeken. Je komt aan op het kantoor waar je werkt en merkt dat er ingebroken werd. Je komt enkele weken later nog ’s aan op kantoor en merkt dat er opnieuw ingebroken werd. Je viert je verjaardag en loopt nog harder je rondjes in het Middelheimpark, op de vlucht voor het klimmen der jaren. Je leest boeken. Je zuster komt samen met je petekindje overgevlogen uit het door smogdekens verstikte Shanghai om samen met je de kerst door te brengen en het ontroert je mateloos. En is ontroering niet de mooiste emotie?
Een geval van ordeverstoring. Voor zij die dachten dat ik het met zo’n titel over GAS-boetes of Antwerpse burgemeesters ging hebben, péch! De titel hoort bij het eerste boek dat ik in 2014 heb uitgelezen – Disturbing the peace van Richard Yates. Wie deze site al ’s bezoekt – ja, ik heb het tegen u, J.D. uit Z. – weet dat ik deze auteur (zie foto) loop aan te prijzen zoals Theofiel Boemerang zijn stofzuigers aan tante Sidonie verlapt.
Word ik ontroerd door zijn romans? Zelden. Yates is een meedogenloze chroniqueur van het leven dat we met zijn allen lijden. Net als jij en ik voelen de hoofdpersonages uit zijn romans zich beter dan hun buren, met wie ze hun spouwmuur maar niet hun kleinburgerlijkheid delen. Net als jij en ik beschouwen ze hun leven als een te effenen pad naar een betere toekomst. Natuurlijk zijn ze niet anders of specialer dan de rest. Ze worden ontgoocheld, vernederd, stapelen de ene fout op de andere. Ze denken dat ze malchance hebben, maar in feite hebben ze hun falen geheel en al aan zichzelf te danken. Het zijn hun eigen kleine kantjes, gebreken, onhebbelijkheden, misvattingen die maken dat hun ondernemingen tot mislukken gedoemd zijn. En wie op verlossing rekent, komt bedrogen uit. Of het nu Robert Prentice is uit Een speciaal soort voorzienigheid, Emily Grimes uit Paasparade of de in Revolutionary Road woonachtige Frank en April Wheeler, op het einde van de dag laten ze hun kapotte dromen bij de leeggedronken flessen op het aanrecht achter.
Het hoofdpersonage uit Een geval van ordeverstoring heet John C. Wilder. Over hem én zijn band met Erik Van Looy heb ik het volgende keer.