eskimohut

We stonden voor het raam te praten. Beerschot en Barcelona waren de revue al gepasseerd toen vriend A mijn boek ter sprake bracht. Hoe hij het ’s avonds in bed had liggen lezen. Hoe hij een spellingfout had ontdekt. Hoe hij uit bed was gesprongen – écht gebeurd – en de trap was afgeteend om het aan zijn tv-kijkende vrouw voor te leggen. Hoe zijn vrouw hem overtuigde dat er wellicht geen sprake was van een spellingfout.

Achteroverleunend in de vensterbank, allang content dat mensen drie maanden na publicatie nog steeds bereid zijn het over mijn boek te hebben, stel ik hem gerust, en vertel dat een collega daar aanvankelijk ook een spellingfout in las.
‘De man die ik dat woord in de mond leg, is een barse Chileense dronkenlap met een gewelddadig verleden,’ legde ik uit. ‘Dat woord paste in zijn woordenschat. Hij zegt dus wel degelijk “zo koud als een eskimokut” en niet “zo koud als een eskimohut”.’

Ik wilde terug naar het behaaglijke achteroverleunen, maar de vrienden waren niet overtuigd. Of ik dat proefondervindelijk had vastgesteld. Ik moest ontkennen. Het noordelijkst gelegen plekje waar ik tot op heden ben geweest, is de James Bay in Canada – Eskimovrouwen zijn in die streek nog niet gesignaleerd.

‘Dus je wilde interessant doen,’ zei vriend A.
‘Ik weet niet. Vinden jullie die vergelijking pretentieus of zo?’ zei ik.
‘Pretentieus, pretentieus, gaan we de interessante uithangen,’ zei vriend B.

Ze besloten dat de vergelijking erover was. Ik beloofde plechtig me voortaan te onthouden van vergezochte vondsten. En als ik in de toekomst nog vrouwelijke lichaamsdelen ter sprake breng, zal ik dat eerst proefondervindelijk vaststellen, desnoods met de gewaardeerde hulp van een gynaecologe.

Social media & sharing icons powered by UltimatelySocial
Facebook
Instagram