Grafschenners – een VERZiN-column

De nieuwe VERZiN ligt alweer enkele weken in de rekken. Waarom plaatst Bontenakel op zijn site dan geen oude column of enige andere onzin? Goeie vraag. Een en ander heeft te maken met de manier waarop mijn leven op verrassende en hoogst aangename wijze een nieuwe wending nam. Maar daarover later meer. Eerst die oude column dus, uit VERZiN nr. 2/2016 (dossier: misdaadverhalen).

I don’t want to be buried in a Pet Sematary. I don’t want to live my life again.

Dat zingt wijlen Joey Ramone op de soundtrack van de gelijknamige horrorfilm, waarin een vader zijn verongelukte zoontje op een dierenkerkhof begraaft. Het jongetje staat op uit de doden, maar in plaats van met zijn favoriete knuffel te spelen, speelt de walking dead-kleuter voortaan met een scalpel. Zoonlief is zoonlief niet meer.

Iets anders nu. Reboots doen het al een poos goed in de cinemazalen. Wat voor het witte doek werkt, werkt misschien ook op gedrukt papier, moeten een aantal misdaaduitgever gedacht hebben. Personages werden opgedolven en nieuw leven ingeblazen, en de grafschenners van dienst zijn niet bepaald B-ploegauteurs. De Schot William Boyd reanimeerde 007, Michael Chabon haalde Sherlock Holmes uit zijn vriesslaap, en tachtig jaar nadat hij zijn entree in het misdaadgenre maakte, mocht privédetective Philip Marlowe dankzij John Banville opnieuw zijn hard-boiled zelve zijn.

I don’t mind if you don’t like my manners. They’re pretty bad. I grieve over them during the long winter evenings

– Philip Marlowe in The Big Sleep.

Hoe doe je dat, een iconisch personage weer tot leven wekken. Banville hield zich aan vijf stelregels. Eén, geen scheldwoorden, geen seks. Twee, geen Samsung Galaxy S6 in zijn vestzak. Marlowe hoort thuis in het L.A. van sigarettenreclames en Studebakers, niet in dat van crystal meth en Kardashian. Drie, spieken is uit den boze. Schrijvend aan zijn Marloweboek weigerde Banville het Raymond Chandler-oeuvre op zijn boekenplank te raadplegen. Vier, zet Marlowe neer zoals hij is: een dolende ridder uit de Arthurlegende in een denkbeeldig Camelot, introspectief, whiskydrinkend, vervuld van zelfhaat. Vijf, herlees The Great Gatsby, de roman die Chandler graag zelf had geschreven.
Tot zover het hoe.
Naar het waarom blijft het gissen.

Sommigen gaven Banvilles boek vijf sterren, anderen spraken van een noirpastiche die het niveau van de fanfictie niet overstijgt. Omdat ik het boek niet gelezen heb, laat ik die uitspraken voor wat ze zijn, maar ik blijf het wel een vreemd verschijnsel vinden, zo’n nieuw boek van een dode schrijver. Zie je het bij ons al gebeuren? Kristien Hemmerechts die Jef Geeraerts’ helden Vincke en Verstuyft met een vers lijk opzadelt? Dimitri Verhulst die Maigret appetijtelijk zijn godverdomse pijp laat smoren?

Misschien hebben ónze uitgevers wél naar Joey Ramone geluisterd.

(P.S.: anno 2018 zijn ze het nog steeds niet afgeleerd. Zo leverde thrillerauteur Jo Nesbø net zijn bewerking van Macbeth af. Recensent John Vervoort maakte er vandaag korte metten mee op de boekenbladzijden van De Standaard.)

writer’s block versus het IMF

Deze column las u reeds in het laatste nummer van het tijdschrift
VERZiN (okt-nov-dec 2013). Toch niet? Ha, lees hem dan hier.

In de film Wonder Boys vertolkt Michael Douglas de rol van professor Grady Tripp, schrijver en docent aan de universiteit van Pittsburgh. Het zit de man niet mee. Hij wordt een dagje ouder, zijn vrouw heeft hem verlaten en op zijn bureau ligt een onvoltooid manuscript van 2 500 vellen. Tripp kampt warempel met een writer’s block. Geen wonder dat de man een affaire begint met de vrouw van de decaan, studenten in zijn living laat kamperen en zijn dagen al wietrokend en gehuld in een peignoir slijt.

Barton Fink (de foto hierboven is een still uit deze film), The Lost Weekend, Adaptation, The Shining, Ruby Sparks, Being Flynn, Californication. Telkens als er een schrijver over het witte doek loopt, heeft hij gegarandeerd een writer’s block aan zijn been. Waarom? Wel, denk even mee. Je naam is – voor de vuist weg – Aaron Sorkin en je bent een scenarist die het meent: geen superhelden, sequels of prequels uit jouw pen. Nee, échte personages met échte emoties. Maar omdat je Willam Goldman hebt gelezen, weet je dat de openingsscène zo dicht mogelijk tegen het einde van de film moet aanleunen, en dat een uitgesponnen introductie niet meer van deze tijd is. Dus begin je de film met een man (of vrouw) die tot twee maal toe een pagina uit de schrijfmachine rukt en versnippert, en misnoegd een eind voor zich uit staart terwijl hij aan een sigaret lurkt. Aanschouw de getormenteerde schrijver. Zet er een ingelijste foto naast waarop een lachende vrouw (of man) onbarmhartig met een viltstift werd bewerkt, en je hebt een getormenteerde, gescheiden schrijver. Voeg een lege whiskyfles toe en hopla: een getormenteerde, gescheiden schrijver met een drankprobleem. Laat het drama maar aanrukken! En de titel is niet eens over het scherm gerold.

Niets zo cinematografisch verantwoord als een writer’s block, zei Jeroen Olyslaegers. Is het dan niet meer dan een Hollywood-hersenspinsel? Neen, want Wonder Boys is niet alleen een geestige film, het is een geestige film gebaseerd op een boek van Michael Chabon, een ervaringsdeskundige. Na het succes van zijn debuut begon Chabon vol goede moed aan een ambitieuze roman die Fountain City zou gaan heten. Hij beet er zijn tanden op stuk. Na vijf jaar zette hij de 1 500 pagina’s in een doos op zolder, en begon helemaal opnieuw. Zeven maanden later stond Wonder Boys op papier.

Writer’s block, een verzamelnaam voor een allegaartje van aandoeningen waaraan een allegaartje van oorzaken ten grondslag ligt. Het kan zijn dat je je schrijversmojo bent kwijtgespeeld omdat je kampt met stress/depressies/ldvd/verslavingen (schrappen wat niet past). Maar het is even goed mogelijk dat je in hetzelfde bedje ziek bent als het Internationaal Monetair Fonds: het verhaal zit conceptueel fout, je hanteert vertrouwde maar verkeerde technieken om de meubels te redden, je haalt trukendozen uit de kast met een verstreken houdbaarheidsdatum.

Net als bij het I.M.F. valt de aandoening soms verrassend eenvoudig te remediëren: een draai om de oren en kamerarrest tot het huiswerk af is.

___________
In VERZiN vind je interviews met bekende en minder bekende schrijvers, info over literaire tijdschriften, schrijfcursussen, recensies, en columns van de hand van deze ouwe jongen. Meer info vind je hier

Social media & sharing icons powered by UltimatelySocial
Facebook
Instagram