Zelftwijfel – een Verzincolumn

Drie maanden sinds de vorige blogpost. Een goede zaak dus dat er een nieuwe Verzin in de rekken ligt. Deze bevat een interview met boomhuttenbouwer Andy Griffiths, doet een boekje open over auteursrechten en duikt in de modderige annalen van de horrorfictie.
Wat ik de voorbije maanden dan allemaal heb uitgespookt? Wel, er is natuurlijk die nieuwe roman die voltooid werd en in het voorjaar van 2020 verschijnen zal, maar daarover zullen we op tijd en stond nog behoorlijk wat drukte maken.
Waar u de tijd intussen mee kunt verbeiden? Misschien met het lezen van deze oude Verzincolumn? Het is maar een idee.

Nog voor de eerste letter op papier staat.
Op de Boekenbeurs (n.v.d.r.: die van 2017) zat ik te signeren naast debuterend auteur Jef Schokkaert. Na afloop vroeg ik of hij tussen de bedrijven door al over een tweede boek nadacht. Hij knikte. De volledige structuur stond op papier. Maar er was twijfel gerezen. “Ik weet niet of het idee goed genoeg is om er twee jaar van mijn leven aan te geven.”

Wanneer je die allereerste versie uitschrijft.
Tijdens de herfstvakantie vertoefde ik met vrienden aan de rand van een roestig bos. Er werd gewandeld, er werd getafeld en nagetafeld, en tussen twee streekbieren door werd naar mijn volgende boek gepolst. Daar was ik inderdaad aan begonnen. Waarover het zou gaan. Dat waren hun zaken niet. Of ik al een titel had. Dat zouden ze op tijd en stond wel op de kaft zien staan. Bedenkelijke blikken – ze zaten met een diva. “Niks diva,” zei ik. “Bijgeloof.”

Highland Games tijdens die welbepaalde herfstvakantie
en ondergetekende die zijn handen vol heeft met zijn petekindje.

Wanneer je voor het eerst een versie aan je uitgever laat lezen. Had hij het graag gelezen? Dat had hij. Of hij het dan ook wilde uitgeven.
“Ja, maar.”
“Maar wat?”
“Eerst praten.”
Want natuurlijk heeft zo’n uitgever bedenkingen en natuurlijk krijg jij elastieken benen bij elke ‘maar’ die hij tijdens de lunchafspraak op je bord gooit.

Zelfs wanneer het boek in de rekken ligt én goed onthaald wordt.
Op dezelfde boekenbeurs waar Schokkaert debuteerde, signeerde Lenny Peeters een exemplaar van haar debuutroman voor me. Omdat het haar eerste signeersessie was, vroeg ze of ik een standaardzin gebruikte. ‘Van harte’ leek haar te flauw, ‘veel leesplezier’ hield een belofte in die ze misschien niet kon waarmaken. “Enkel bij mensen die ik niet ken”, zei ik fijntjes. “Bij de anderen schrijf ik iets persoonlijks.”
Ze smeet het boek net niet naar mijn hoofd.

Tijdens de totstandkoming van een roman ondergaat elke schrijver een gelijkaardige cyclus, en zelftwijfel zit ergens tussen spoelen en centrifugeren in. De reden van mijn hierboven vermelde herfstvakantie-omerta heeft helemaal niets met bijgeloof te maken. Schrijvers zwijgen niet omdat spreken ongeluk brengt, schrijvers zwijgen omdat ze de twijfel vrezen. Want één enkele opgetrokken wenkbrauw aan de overkant is voldoende om hun geloof in het boek-in-wording een uppercut te geven.

The best lack conviction while the worst are full of passionate intensity, schreef William Butler Yeats ooit. Helpen deze woorden je bij het overwinnen van je zelftwijfel? Nee? Maar goed ook.

Social media & sharing icons powered by UltimatelySocial
Facebook
Instagram