de welgemeende fuck you van Twin Peaks, The Return (2)

Dat was buiten de regisseur gerekend. Lynch doet niet aan nostalgie. En de americana in zijn films is nergens prentbriefkaarten-americana. Bovendien zijn de tijden veranderd. In het Reagantijdperk van de jaren tachtig opende Blue Velvet nog met voortuintjes en rode rozen, waarna de camera gauw genoeg inzoomde op de mekaar verslindende insecten die zich in het gazon schuilhielden. Onder Trump is de teloorgang van de middenklasse een feit en is zelfs het vernislaagje verdwenen. Weg voortuintjes met rode rozen.

(vanaf hier is een kleine SPOILER ALERT op zijn plaats. ‘k Ga natuurlijk niet alles verklappen maar ‘k ga toch even over de oppervlakte scheren)

In het Twin Peaks van 2017 is de houtzagerij al jaren dicht, woont een groot deel van de inwoners – inbegrepen schooljuffrouwen – in een woonwagenpark, verkopen mensen hun bloed om brood op de plank te krijgen, worden kinderen voor de ogen van hun moeder doodgereden en loert wapengeweld om elke hoek. De RR Diner wordt opgeschrikt door een schot, gelost door een kind in een voorbijrijdende auto die met het pistool van zijn vader zat te spelen, Tim Roth en Jennifer Jason Leigh worden doorzeefd met kogels omdat ze voor iemands oprit staan geparkeerd.

Geen cherry pie voor diegenen die terug wilden naar het Twin Peaks van hun jeugd, want het stadje uit onze herinneringen bestaat niet meer, als het ooit heeft bestaan. In de hele serie zie je Norma en Shelly nauwelijks damn’ good coffee zien serveren. Het gros van de vaste cast wordt gereduceerd tot figuranten – hun verhaal was vijfentwintig jaar geleden al uitverteld. Audrey Horne mag haar sensueel dansje nog eens doen maar ontwaakt meteen daarna op een onbestemde plek en blijft daar achter. Of was het allemaal een droom en had ze die lege witte ruimte in feite nooit verlaten?

Op de terugkeer van Dale Cooper himself – en dan heb ik het over de FBI-agent die we in de eerste twee seizoenen leerden kennen – moeten we zestien afleveringen wachten, en als hij dan eindelijk opduikt, is hij ook meteen weer weg. Want wanneer hij er uiteindelijk toch in slaagt om Twin Peaks te bereiken, blijkt het stadje en haar inwoners onherkenbaar veranderd. Geen hoop, geen verlossing. Niet voor Dale Cooper, niet voor  Laura Palmer. Die ijselijke gil van haar – honderd procent onversneden doodsnood – resoneert door heel de serie.

Twin Peaks is een opgestoken middenvinger naar nostalgici geworden. Lynch gunt zijn fans geen fan service. Dit is per slot van rekening het Twin Peaks-universum, niet a galaxy far far away. En de stranger things in Lynchland zijn, nu ja, stranger dan in Stranger Things.

Wat een geniale smeerlap is die Lynch toch.

Zand op een zeebed, en drs. P-pret

Ja, breek me de bek niet open, het is alweer een poos geleden dat ik nog een bericht op deze site geplaatst heb. Maar er moet nu éénmaal geschreven worden aan het volgende boek en er moeten dingen opgezocht worden, en naar feestjes en cafés gegaan, en fietskettingen vervangen, en boterhammen gesmeerd, en baantjes getrokken.
En dies meer.

En soms wordt een mens gevraagd om iets fijns te doen. Afgelopen donderdag – 5 februari – stelde Lies van Gasse haar nieuwe boek voor. Het is een graphic poem die ‘Zand op een zeebed’ heet en die u in de betere boekhandel kan vinden.

De bundelvoorstelling vond in het Brusselse De Buren plaats en als u niet in de zaal zat, dan hebt u niet alleen de voortreffelijke presentatie van Heleen Debruyne gemist maar ook de fabelachtige inleiding van Tsead Bruinja, de prachtige poëzie van Annemarie Estor en Flor Declerq en de feeërieke theremin van Jan Klug. Alsook mijn kleine bijdrage.

Ik baseerde me voor mijn tekst op de Hotel Dieu-passage uit ‘Zand op een zeebed’ en maakte er mijn kleine ode aan de grote drs. P van. En als u graag had geweten hoe dat heeft geklonken, klik dan op de link hieronder, waar ik de voorstelling nog ’s overdoe vanuit mijn eigen, bescheiden huiskamer.
Dimitri Bontenakel brengt Ballade van de dealer. Lachen is toegestaan, uitlachen iets minder.

http://youtu.be/uhsR4__Yz3w

een blik nostalgie voor onderweg

Het is zover. Filmmakers hebben de Beatgeneratie herontdekt. Er was On the Road van Walter Salles, er was de Allen Ginsberg-biopic Howl, en binnenkort verschijnt Kill your Darlings in de zalen, die de heilige Beat-drievuldigheid Ginsberg, Kerouac en William Burroughs in één film samenbrengt. Vanwaar de interesse? Volgens regisseur John Krokidas omdat de laatste serieuze opstoot van subcultuur de grunge was.
“Kurt Cobain was de Ginsberg van zijn generatie. Sindsdien geen opstootjes meer. Vandaar dat de kids van nu teruggrijpen naar de beats, de geboorte van de tegencultuur.”

Dit wordt vandaag ergens beaamd door Bart Steenhaut, chef muziek bij De Morgen. In een opiniestuk schrijft hij over de doortocht van de Pixies in de AB afgelopen woensdag en donderdag. De Pixies, generatiegenoten van Nirvana. Luister naar Smells like teen spirit en je hoort Debaser echoën.
“Pixies. Een van de meest baanbrekende groepen van de jaren tachtig en negentig warmt anno 2013 al negen jaar lang dezelfde oude kost op. Non-conformisme werd opportunisme. Vernieuwing werd mainstream.”
Misschien heeft hij gelijk. REM trok zijn conclusies en hield er een tijdje geleden al mee op. Misschien hadden de Pixies dat ook moeten doen. Misschien hadden ze de handdoek in de ring moeten gooien toen Kim Deal uit de groep stapte. Misschien.

Ik was er donderdag bij in de AB. Het publiek bestond uit dertigers, veertigers en enkele dappere vijftigers. Het was niet de eerste keer dat ik de Pixies live zag, en sommige van die concerten dateren van vóór hun reünie. Persoonlijk zag ik een groep met dezelfde attitude als de groep die ik op Werchter 1991 zag optreden: loud quiet loud en fuck de bindteksten. O ja, en krak dezelfde songs natuurlijk. Wat maakt hen dan minder relevant? Wel, de wereld rondom is twintig jaar ouder geworden. En die geruite-hemden-dragende, in-het-Amerikaans-en-Spaans-brullende, jonge schreeuwlelijk Black Francis is ook twintig jaar ouder geworden. Anno 2013 zal geen enkele tiener die dikke, kale, norse meneer op het podium nog non-conformistisch vinden.

Dus grijpt de jeugd anno 2013 terug naar de beatbeweging. Authenticiteit is tenslotte le mot de jour en de beats waren er het eerst bij. Bovendien zijn die lui in het echt allemaal dood en worden ze in de film gespeeld door hippe, jonge, mooie acteurs en actrices (en niet door dikke, kale, norse meneren). Mooi meegenomen.

Ik heb Kerouac’s On the Road gelezen toen ik een jaar of vijftien, zestien was en de ervaring is blijven hangen – waarover later meer. (Trouwens, niet alleen bij mij. De debuutplaat van Tom van Laere staat bol van de verwijzingen, en wie Kerouac gelezen heeft, weet dat Admiral Freebee de naam van een boot is.) Er zijn zij die beweren dat Kerouac niet relevant meer is. Een zestienjarige die met zichzelf in de knoop ligt, heeft lak aan die bewering. Laat de tieners de beats dus gerust herontdekken. Intussen trek ik samen met Bart Steenhaut een blik nostalgie open en leg Surfer Rosa & Come On, Pilgrim in de cd-lader.

Social media & sharing icons powered by UltimatelySocial
Facebook
Instagram