weekberichten

zondag 1 maart
Met onze PENflatgast een bezoek gebracht aan het Red Star Line Museum en daar een op maat gesneden rondleiding gekregen van Ariane. Ariane is niet alleen een enthousiasmerend museumgids, ze is ook de levensgezellin van Sven Cooremans, de dichter die u binnenkort in het Sportpaleis aan het werk zult kunnen zien. Zijn laatste bundel Het is dat of stoppen met zingen zou u overigens alleen al voor de titel in huis moeten halen.
Het Red Star Line Museum stond allang op mijn lijstje en om er dan rond te lopen naast een Russische activist die zijn eigen moederland is moeten ontvluchten, maakt het des te bewogener. Overigens laat het museum meerdere bezoeken toe. Op één namiddag krijg je nooit alle verhalen verhapstukt. Binnenkort fiets ik nog ’s een keer naar de Montevideostraat.

Op de terugweg vroeg onze Rus me of ik een paar foto’s kon nemen. Het namiddaglicht boven de Schelde was inderdaad prachtig maar toen ik hem ernaartoe wilde dirigeren, liet hij verstaan dat ik totaal verkeerd bezig was en dat ik me op zijn gezicht moest concentreren. Het was hem om zijn oogopslag en glimlach (of de afwezigheid daarvan) te doen, niet om de stadsgezichten. Onze PENflatresident is veel dingen, camera shy is hij niet.

 dinsdag 3 maart
Op straat passeer ik een aangelijnde Rottweiler. Hij draag twee groene sokjes om zijn voorpoten en lijkt er zich niet voor te schamen. Niets mietjesachtig aan deze sokken, lijkt zijn brede kop te denken.

woensdag 4 maart
Vanaf vandaag kunnen nieuwe leerlingen zich inschrijven aan de Andreas Vesalius-gemeenteschool in Edegem. Aangezien het aspirant-scholiertje – mijn petekindje – zich samen met zijn ouders in Shanghai bevindt, is het aan de oma, de opa en de nonkel peter om zich over de formaliteiten te ontfermen. In naburige scholen hebben sommige ouders al drie dagen hun tenten opgeslagen maar Andreas Vesalius laat dergelijke padvinderij niet voor haar schoolpoort toe. Terwijl jonge moeders en vaders zich aan de ene kant van de zaal over inschrijvingsformulieren buigen, buigt de plaatselijke seniorenvereniging zich aan de overzijde over hun sjoeltafel. ’t Is competitie en daar wordt niet mee gelachen. De Willy heeft gewonnen en ontvangt van iedereen een schouderklopje.

vrijdag 6 maart
Redactiewerk en koffie in café Kamiel. Tegen twaalven nemen twee bouwvakkers tegenover elkaar plaats aan een naburig tafeltje. De vijftiger trekt een krant naar zich toe en begint te lezen. De twintiger haalt zijn iPhone tevoorschijn. Zo gaat dat.
Het doet me terugdenken aan die keer toen ik in de frituur om de hoek stond aan te schuiven en de habitué achter me aan de uitbater vroeg waarom er geen tijdschriften meer in de vensterbank lagen. ‘Niet meer nodig,’ was zijn antwoord. ‘Iedereen zit op zijn smartphone tegenwoordig.’

Even later klinkt Rosie door de boxen, dat mooie nummer van Claw Boys Claw dat veel te weinig op de radio wordt gedraaid. Twintig jaar ouder is die song nog altijd even mooi.

zaterdag 7 maart
Nervositeit alom wanneer ik het afgewerkte derde en vierde deel van mijn volgende roman naar de uitgever doormail. Het bericht is nog niet verzonden of de twijfel begint weer te knagen. Wat had de wereld een betere plek geweest mocht ik als kleuter in de ketel met onwrikbaar zelfvertrouwen zijn gevallen. De uitgever stuurt me op de dag nadien een mailtje dat hij eraan gaat beginnen. Of ik zijn volgende mailtje evenzeer op prijs zal stellen, valt – nagelbijtend – af te wachten.

zondag 8 maart
Op mijn zonovergoten terras neergestreken met Een goede school van Richard Yates, laatst in vertaling uitgebracht door de Arbeiderspers. De kleine maar dappere schare lezers die deze weblog al meer hebben geraadpleegd, weten dat ik mijn bewondering voor deze Amerikaanse schrijver nooit onder stoelen of banken heb gestoken, en ook nu is het weer koekenbak. Wat een scherp observator! Wat een efficiëntie!

Over Myra Stone, de echtgenote van een kostschoolleraar:
Ze had kunnen huilen, maar het kwam vrijwel nooit in haar op om te huilen als ze alleen was.

Over Richard Lear, een Britse kostschooljongen:
Zijn houding was kaarsrecht, hij had dik, zwart haar en een stralende blik en had knap kunnen zijn als hij die mond niet had gehad, die slap en nat was als die van een wroetend dier.

Over het hoofdpersonage:
Zelfs voor een chronische mislukkeling als William Grove waren sommige jongens wat moeilijk te verdragen.

Bám. Getypeerd. En zo slaagt Yates erin om op een slordige 200 pagina’s het hele verhaal van de Dorset Academy kostschool te vertellen daar waar mindere auteurs er 600 pagina’s of meer voor nodig hebben. Een speciaal soort voorzienigheid, zijn vorige roman, overtuigde minder, maar dit is opnieuw vintage Yates. Lezen, die handel.

Social media & sharing icons powered by UltimatelySocial
Facebook
Instagram