Partnergeweld – een VERZiN-column

Le nouveau VERZiN est arrivé! In het nummer vindt u een stevig interview met Margot “Mazzel tov” Vanderstraeten om te lezen en te archiveren. Naar goede gewoonte staat op de schaduwzijde van de omslagpagina een stukje van mijn hand. De oud-scoutsvrienden uit mijn achterban herkennen wellicht de toiletlezer die erin wordt opgevoerd…

Ter herinnering aan hoe zo’n column er ook alweer uitziet: eentje uit de oude doos (VERZiN 4 uit 2015, over schrijven in de 21ste eeuw)

Partnergeweld

De Amerikaanse auteur Richard Wright stond om zes uur op. Vluchtend voor een huis vol kinderen trok hij er meteen op uit. Met een gele blocnote, een vulpen en een flesje inkt maakte hij het zich gemakkelijk op een bank in het nabije Fort Greene Park en schreef vier uur lang, regen of zonneschijn. Agatha Christie zette haar schrijfmachine waar er plek voorhanden was, tot op de toilettafel toe. De Brit V.S. Pritchett schreef op een oude deegplank die hij op de armleuningen van zijn bureaustoel liet rusten. Toen zijn pols het begaf, ruilde Henry James de pen voor een typiste in, en deponeerde chocoladerepen naast haar schrijfmachine om haar alert te houden.

“Routine, in an intelligent man, is a sign of ambition. The surest way to discipline passion is to discipline time.” Curry laat niet toevallig W.H. Auden als eerste aan het woord. Routine en doorzettingsvermogen, daarmee onderscheiden de 144 creatievelingen uit het boek zich van de rest van ons, waterdragers in het ondermaanse.

Die routine kan bepaald verrassende vormen aannemen. John Cheever trok zijn enige pak aan en nam samen met de andere pendelaars uit zijn flatgebouw de lift naar beneden. Hij stapte echter niet uit op het gelijkvloers, nee, hij daalde verder af. In de kelder hing hij zijn pak aan de haak. Tot aan de lunch schreef hij in zijn onderbroek. Maya Angelou verkiest soberheid. Zij huurt een motelkamer om te kunnen schrijven. In de kamer: een bed, een woordenboek, een bijbel, een kaartspel en een fles sherry. Tijdens zijn ballingschap werd Victor Hugo gewekt door het kanonschot van het naburige fort. Hij stond op, dronk enkele koppen verse koffie, slokte twee rauwe eieren naar binnen en schreef tot een uur of elf. Daarna ging hij op het dak staan om zich te wassen. Hij overgoot zich met koud water en ging zijn huid te lijf met een paardenharen washandje. De eilandbewoners van Guernsey mochten meekijken.

“How one works, assuming he’s disciplined, doesn’t matter,” zegt Bernard Malamud op het einde. “The trick is to make time – not steal it – and produce the fiction.” Routine en doorzettingsvermogen. Misschien moet er nog een derde pijler aan worden toegevoegd. Die van partnergeweld. Want wie Daily Routines heeft gelezen, weet dat de geliefden al te vaak het onderspit moeten delven. Respect dus voor de James Reeves-en van deze wereld. Respect voor Alice B. Toklas.

lotgenoten

De opzet was eenvoudig. Elke eerste donderdag van de maand in het achterafzaaltje van café De Berenbak. En als we teksten hadden, moesten die tijdig in eenieders mailbox belanden. Niemand van ons had een titel in een toonrek staan maar we twijfelden er niet aan dat publicatie slechts een kwestie van tijd zou zijn. Gedreven, ideeënspuwend, gepakt door de letteren.

In september 2003 kwamen we voor het eerst bij elkaar. Een rondetafelgezelschap van mensen die schreven en proeflezers voor die schrijfsels zochten. The Algonquin Round Table zoals op de foto maar dan zonder de New Yorkers. Een schrijfgroep. Aanvankelijk waren we met zijn tienen, en net als in Agatha Christie’s Ten Little Niggers viel de ene na de andere af (n.v.d.r.: zonder dat er moordzieke butlers aan te pas kwamen). Op het eind schoten we met zijn vijven over.

Pas op, het doornemen der teksten, het uitschrijven der notities, het geen blad voor onze mond nemen tijdens het uitschrijven der notities – daar kwam een zekere ernst bij kijken. Als we het niet goed vonden, dan brachten we die boodschap altijd zonder ze in suikerspin te verpakken. En als het wel goed was, dan was daar meestal een ‘maar’ aan verbonden. Maar… na de feedback kwamen de flessen op tafel, de petites histoires, de plannenmakerij, de lachstuipen, de vuile praat. Vaak waren we in het holst van de ochtend nog niet klaar dus besloten we onze teksten en onze flessen gedurende 60 uur in kustplaatsjes en Ardense gîtes onder te brengen.

De Berenbak sloot zijn deuren. We weken uit naar café De Kat en elkanders living en andere Boeren van Tienen. Sommigen vonden de liefde, sommigen vonden een uitgever, sommigen vonden andere overslaande vonken. De zomervakantie bleek geen evidentie om af te spreken dus sloegen we die over. En december was ook al zo’n drukke maand. Echt alweer de eerste donderdag? En mijn agenda zit al zo vol. O, was dat gisteren? Radicaal vergeten!

In 2012 waren we voor het laatst voltallig.

Ons tienjarig jubileum ligt alweer een halfjaar achter ons. De datum is geruisloos aan onze deuren voorbij getrokken. Vanavond zouden we voor het eerst sinds mensenheugenis opnieuw samenkomen. Maar tussen droom en daad enzovoort (Elsschot komt overal en altijd van pas). En omdat twee een wel erg magere opkomst leek, hebben we de langverwachte reünie uitgesteld. Tot nader order.

Zo gaat dat.

Social media & sharing icons powered by UltimatelySocial
Facebook
Instagram