Eenzaamheid alfabetisch en de verfilming van mijn boek

Johanna Spaey is een mooi oeuvre aan het opbouwen. Dood van een soldaat, Vlucht, De eenzaamheid van het westen – boeken die u allang gelezen hoort te hebben.

Met Kleine encyclopedie van de eenzaamheid voegt ze daar een onmisbare titel aan toe. Geen roman ditmaal, wel een bundeling van vierhonderd alfabetisch gerangschikte lemma’s die telkens een ander facet van de eenzaamheid weerspiegelen. Daarbij veel aandacht voor boeken en auteurs, maar even goed lemma’s over Assepoester, Ikea en het kosmonautenhondje Laika:

Een van haar trainers neemt haar voor haar vertrek mee naar huis om met zijn kinderen te spelen. Een laatste keer; iets aardigs, net als die kus op haar neus voor ze de ruimte in wordt geschoten.

Muziek passeert regelmatig de revue. Een mooie beschouwing over Ruby van Kenny Rogers, over een man die verlamd van de oorlog terugkeert en zijn dagen roerloos in bed doorbrengt. Hij hoort zijn vrouw de voordeur achter zich dichtslaan – ze gaat op jacht naar een man die wél met haar kan dansen en vrijen – en zijn gedachten reiken naar het geweer waar zijn armen niet bij kunnen.

De mens is een fundamenteel eenzaam wezen. Voor de schrijfster van dit boek biedt dit inzicht niet alleen troost, het was ook de aanzet om er een betekenisvol boek over te schrijven dat op elke boekenplank thuishoort. De uitgave even zorgvuldig als het taalgebruik, de observaties scherper dan een cameralens.

Deze lezer heeft er alvast een plekje op ooghoogte voor gevonden. Op dagen dat de eenzaamheid te nadrukkelijk aanwezig is, hoeft hij zijn arm maar uit te strekken.

“De verfilming van mijn boek”, da’s natuurlijk platte click bait. Mijn boek wordt helemaal niet verfilmd. Wat wél een verfilming kreeg, is Marwencol, de schitterende documentaire waar Schaduw en vuur schatplichtig aan is. De documentaire vertelt het verhaal van Mark Hogancamp, een man die meedogenloos in elkaar werd getrapt en niet alleen zijn geheugen maar ook zijn fijne motoriek op het asfalt achterliet. Ik vertelde er eerder over in dit bericht, en zij die Schaduw en vuur hebben gelezen, weten intussen dat protagoniste Nora Ehlinger en Mark Hogancamp zielsverwanten zijn.

Wel, de man is intussen door Hollywood ontdekt. IMDB zette de eerste trailer deze week online. Steve Carrell vertolkt Hogancamp en dat lijkt me een prima keuze. Toch overtuigt de trailer me niet. Voor de Hogancamp uit de documentaire was het Ardens poppendorp een overlevingsstrategie, een manier om in het reine te komen met die gewelddadige avond die zijn leven abrupt op andere sporen zette. Dat zie ik niet in de trailer. Toen zijn werk in een New Yorks museum werd tentoongesteld, toonde de Hogancamp van de documentaire meer belangstelling voor de pumps van de bezoeksters dan voor zijn eigen foto’s – Hogancamp was een travestiet; het was de reden waarom hij in elkaar werd getrapt. Niets van dit alles in de trailer.

Regisseur Robert Zemeckis geeft zijn eigen draai aan het verhaal, een draai die honderdtachtig graden lijkt te verschillen van de mijne. Ik vrees dat hij er een feel good movie van gemaakt heeft, en bij een feel good movie voel ik me – nu ja – niet altijd even prettig.

Maar goed: trailers vertellen het hele verhaal niet. En reken maar van yes dat ik ga kijken.

Schaduw en vuur – 17 januari ’17

Korte dienstmededeling: het nieuwe boek ligt vanaf 17 januari in de rekken. Duizend bommen en granaten! Ik loop hem al een tijdje aan te kondigen, maar nu is er eindelijk een datum. U mag zich luidop afvragen of er iemand op een nieuwe Bontenakel zit te wachten of u mag delen in de feestvreugde, de keuze is aan u.

Weet u wanneer de eerste kiem van Schaduw en vuur ontsproot? In het najaar van 2012. Inderdaad, nog voor het verschijnen van het schorpioenenboek. Want op een avond zag ik de prachtige documentaire Marwencol op tv.

Op 7 april 2000 wordt Mark Hogancamp na een cafébezoek brutaal in elkaar geslagen. Negen dagen later ontwaakt hij uit een coma. Zijn fijne motoriek is hij kwijt. Zijn geheugen ook.

Marks wereld werd hem ontstolen. Twee jaar na de feiten begint Mark in zijn tuin aan Marwencol te bouwen, een Ardens dorpje waar de tijd stil is blijven staan in de jaren 40-45. Mark bevolkt het dorpje met poppen (schaal 1:6) die zijn familie, vrienden en buren voorstellen, maar ook zijn aanvallers lopen er rond, in de gedaante van brute SS’ers.

Marks eigen alter ego is een neergestorte piloot die in Marwencol een nieuwe thuis vindt. Met een fototoestel legt Mark zijn leven en dat van de Marwencolbewoners vast. Een helingsproces.

De documentaire is een ontroerende ode aan de veerkracht en de verbeelding, en bleef nazinderen. Die nacht ontkiemde het eerste idee. Wie binnenkort Schaduw en vuur leest, zal dan ook al snel de kunstenares Nora Ehlinger ontmoeten, en begrijpen.

Eerstdaags meer dienstmededelingen. Voor Schaduw en vuur gaan we immers de hort op. Een boekhandeltournee! Later meer daarover. Samen met een nieuwe aflevering van The making of Schaduw en vuur.

Intussen raad ik de documentaire en ook het fotoboek Welcome to Marwencol van harte aan. De foto’s hierboven heb ik daarvandaan.

Social media & sharing icons powered by UltimatelySocial
Facebook
Instagram