Roger Van de Velde versus de geblinddoekte maagd (2)

Recht op antwoord zorgde ervoor dat steeds meer mensen zich het lot van Van de Velde gingen aantrekken. Na een schrijverspetitie en een gesprek met de minister van Justitie werd hij in april 1970 vrijgelaten. Omdat hij in de cel lichamelijk maar niet psychisch was afgekickt zou hij zich in juni laten opnemen in een Amsterdamse kliniek om van het spul af te geraken. Zover is het echter nooit gekomen. Zijn hart begaf het tijdens een slemppartij. Op 30 mei 1970, op het terras van Brasserie André in de Antwerpse Statiestraat, stierf Roger Van de Velde.

Postuum verschenen de verhalenbundels Kaas met gaatjes en De dorpsveroveraar, en de novelle Tabula Rasa. De vergetelheid wenkte. Helemaal opgeslokt door de nevelen werd hij niet, onder meer dankzij de inspanningen die collega-auteur Erik Vlaminck zich getroostte om Van de Veldes nagedachtenis levend te houden. Niet alleen bekeerde hij op de SchrijversAcademie generaties aspirant-schrijvers tot Van de Velde-acoliet, hij nam ook het voorwoord bij het in 2001 heruitgegeven De knetterende schedels voor zijn rekening, én schreef een toneelstuk over de man. Van de Velde: j’aimerais mieux de bouche vous le dire ging in 2012 in première. Theatergezelschap Olympique Dramatique zette drie Roger Van de Veldes op de planken: de schrijver, de journalist en de toxicomaan.

A writer’s writer is jammer genoeg nog geen publisher’s writer, en daarom vindt u zijn oeuvre niet meer in de reguliere boekhandel. De twee boeken die sinds kort in mijn boekenkast resideren, kocht ik bij de antiquair. En dat is jammer. De tand des tijds heeft namelijk weinig vat op Van de Veldes puntige proza.

Zo is de novelle Tabula rasa een bijzonder geestige farce over een kapperszoon die droomt van een leven in de letteren. In volgend fragment wil hij indruk maken op zijn redactiemakkers van het literair tijdschrift waartoe hij zopas is toegetreden, en waagt hij zich voor het eerst aan geëngageerde poëzie:

Gedurende drie avonden zwoegde ik aan een progressief, strijdbaar gedicht over Biafra. Daelman had weliswaar geen opdracht gegeven maar ik wilde niet met lege handen op die redactievergadering verschijnen. De kwestie was met welke onthullende boodschap ik mij kon aanmelden zonder uit de toon te vallen in dat ondernemende gezelschap. Mijn lamentabel lyrisch Geschwärm met de stranden van Tahiti en de borsten van Mathilde was uiteraard ongeschikt. Aanvankelijk dacht ik aan Vietnam en een filippica tegen het wanbeleid van Johnson, maar die had in het Witte Huis al de plaats geruimd voor Nixon, en Nixon was nog niet in de mode. Van alle stenen des aanstoots leek Biafra mij per slot van rekening het dankbaarste materiaal. Rot van gruwelen en onrechtvaardigheid en in zijn afschuwelijke realiteit toch nog net abstract genoeg om speling te laten voor dichterlijke vrijheden.

Over twee jaar vieren we de vijftigste verjaardag van zijn hartfalen, en omdat veel mensen belang hechten aan zulke ronde getallen – uitgevershuizen niet in het minst – lijkt het me een koud kunstje om 2020 tot Roger van de Velde-jaar uit te roepen, en zijn complete back catalogue opnieuw op de markt te gooien. Met een nabeschouwing van Erik Vlaminck, bijvoorbeeld. En een herneming van zijn toneelstuk bij wijze van boekvoorstelling.

Zij die intussen met leven en werk van Roger Van de Velde willen kennismaken, kunnen terecht op zijn website: www.rogervandevelde.be. Naast enkele kortverhalen stelden de erven Van de Velde zijn pamflet Recht op antwoord integraal ter beschikking.

Waarvoor hulde.

weekberichten – de Goede, de Slechte en de Kletsnatte

2015-08-14 17.32.06Zaterdag 8 augustus – 101 Reykjavik
Zij die zo nu en dan een blik op deze site werpen, weten dat ik een zus in Shanghai heb wonen. Wel, maak van die ‘heb’ maar de voltooid verleden tijd. Ja er is viel passiert sinds mijn laatste bericht. Ik heb op de maan gestaan in IJsland, er over ovenverse lavavelden gelopen, er kou geleden. Ik heb het moeilijkste deel van mijn nieuwe roman herschreven, ik heb mijn zuster en petekind op Zaventem mogen verwelkomen. De container met hun spullen is onderweg.
Amper een maand terug en petekindje heeft zich al enige routines eigen gemaakt. Als de nonkel peter er is, moet er ge-lightsabred worden met échte light sabres (made in China, not in a galaxy far, far away). Met oma kijkt hij naar het VTM-nieuws. En met opa kijkt hij naar Markske-van-de-kampioenen. Ja, de zoveelste generatie klein mannen die met de dagschotels en “ons Neroke” kennismaakt.

zondag 9 augustus – Springende Wolf, een stilleven
Tijdens een broodnodige opruimactie vond ik de teken- en schilderwerkjes terug die ik vijf jaar geleden in opdracht van juffrouw Vera heb gemaakt. Ja, in 2010 koesterde ik grootse plannen. Het manuscript dat later als De steek van de schorpioen zou heten, was af en ik had wat tijd omhanden. Dus besloot ik één: een appartement te kopen, en twee: me in te schrijven voor de cursus illustrator aan de academie van Berchem. Want twee avonden per week tekenen, schilderen, zeefdrukken en linokerven, dat kon er nog wel af.
Niet dus.
Ik kwam terecht in een klas vol mooie, creatieve meisjes. Clan-showrunner Malin-Sarah Gozin was er daar één van, Annelies van Dinter van Echo Beatty en Styrofoam een ander. Maar wat een ontspannen dinsdag- en woensdagavond had moeten worden, werd “nen hoop stress”. Het tekenen ging me minder goed af dan in mijn striptekenende kinderjaren en Photoshop bezorgde me nachtmerries. Ik hield het dapper vol tot april, liep met een kaft vol schetsen naar buiten en keerde niet meer terug. Tot zover mijn toekomst als illustrator. Een mens moet nu eenmaal keuzes maken in het leven.
Maar mijn eerste schilderijtje (acryl op papier – zie foto) dat ik vandaag herontdekte, nemen ze niet meer van me af.

dinsdag 11 augustus – Jury Duty
Vandaag het laatste eindwerk uitgelezen. Samen met jeugdauteur Kirstin Vanlierde en uitgever Rudy Vanschoonbeek mag ik de laatstejaarsstudenten proza aan de Antwerpse SchrijversAcademie jureren. Goeie dingen gelezen, hele goeie dingen. En voor zij die vrezen dat een schrijfschool alleen maar eenheidsworst aflevert, vergeet het. Ik las een fantasyroman voor tieners, een kinderverhaal met elementen uit de Finse Kalevala, het verhaal van een vrouw wier echtgenoot in de wurggreep van ALS zit. Zeven eindwerken en alle zeven even divers. Een hoop leeswerk. Maar het nooit als werk beschouwd.

donderdag 12 augustus – So Much Water So Close To Home
Park Spoor Oost. Martha!Tentatief is net beginnen spelen als het stormfront de lucht verduistert. De wind doet de flanken van een berg zand opstuiven en jaagt de korrels de tribune in. Een jongensstem uit een luidspreker kondigt de eerste druppels op hun speelplaats aan. Profetische woorden want meteen daarna werd fictie werkelijkheid en gingen de hemelsluizen open. Een bui met bijbelse allures. Tot vreugde van driekwart van het publiek wilden Johan Petit en co. blijven spelen. Maar toen de elektriciteit uitviel en het speelveld onderliep, vond de regisseur het welletjes. Wij afgedropen. Wij door enkeldiepe plassen tot aan café Zeezicht gewaad. Gedronken tot de bui over was en nadien nog wat meer gedronken. Een druppelspoor van ’t Zeezicht naar huis getrokken.

vrijdag 13 augustus – de iKloof
Het terras van de koffiebar op de Troonplaats. Naast me een gezinnetje van vijf – mama, papa, drie tienerkinderen. De kinderen kijken naar het scherm van hun iPhone, de ouders naar hun kinderen. De mama wil een gesprek op gang brengen en vraagt haar oudste naar zijn plannen voor Pukkelpop. Ze probeert mee te gaan met haar tijd maar de generatiekloof gaapt te wijd. ze oogst schouderophalens en norse antwoordjes. Tegen Instagram is geen moederhart opgewassen. Als hun glas leeg is, gaan de kinderen naar huis. De ouders nemen nog een flat white. Ik zie ze naast elkaar zitten, zwijgend, koffiedrinkend. Waar moeten ze over praten als hun kroost het huis uit is, hoor ik de mama denken.
Nu ik eraan denk, een van de SchrijversAcademiestudenten heeft daar een mooi kortverhaal over geschreven.

over schrijfscholen

Af en toe vragen mensen me of ik hun teksten wil feedbacken. Vorige week kwam die vraag van een vriendin van een vriendin van… Ze was al geruime tijd met verhalen bezig en werkte nu aan iets van langere adem. Niet eenvoudig. Hoe ik dat met mijn drie romans had klaargespeeld? Soms vraagt een mens zich inderdaad af hoe het ooit zo ver is kunnen/moeten komen. ‘De basis van ne goeie bloemenwinkel?’ wist Stany Crets in de verfilming van Alles moet weg. ‘Potgrond.’ Wel, mijn potgrond lag in de leslokalen van de Antwerpse SchrijversAcademie.

Ik weet het, schrijfscholen zijn not done, toch niet voor schrijvers. In oktober maakten drie jonge, debuterende collega’s er nog brandhout van in Knack. ‘Ze zijn er voor de minder getalenteerden,’ zeiden ze. ‘Ze dwingen je in een keurslijf van regeltjes,’ zeiden ze. Schilders, tekenaars, beeldhouwers, mode-ontwerpers, je vindt ze allemaal op de schoolbanken van Sint-Lucas, het Rits of de Kunstacademie. Maar schrijvers? Neen, die niet. Schrijven doe je op je zolderkamer of – als je een hippe vogel wil zijn – in een koffiebar. Liters cafeïne, sigaretten en af en toe een aperitiefje. Rock ’n roll!

U weet het of u weet het niet, maar in de Angelsaksische wereld behoort creatief schrijven al decennialang tot het lessenpakket van de universiteiten. Kurt Vonnegut gaf er les aan John Irving, Richard Yates doceerde er als hij niet te veel gedronken had. Maar misschien is John Irving wel minder getalenteerd.

Vóór ik kennismaakte met de SchrijversAcademie schreef ik verhalen waarin mijn hoofdpersonages allerhande onwaarschijnlijke plotwendingen moesten ondergaan. Velen kwamen uit een rariteitenkabinet en velen legden op het eind het loodje – ja, in die tijd was ik een vrolijke jongen. Verhalen bleven onafgewerkt, romanideeën verdorden in een lade. Op de academie veranderde dat. Ik maakte er kennis met lotgenoten. Ik luisterde er naar mensen uit het vak – mensen als John Vervoort, Peter Theunynck, Geertrui Daem, Gie Bogaert, Elvis Peeters, mensen als Erik Vlaminck en Marc Van Alstein. Elk hadden ze hun eigen verhaal te vertellen. En toen ik afstudeerde, had ik er niet alleen een paar vrienden bij, ik had ook een boek geschreven en dat boek werd nog ’s uitgegeven op de koop toe. Maar misschien ben ik wel minder getalenteerd.

U vindt ook dat schrijfscholen er voor de hobbyisten en dagboekschrijvers zijn? U heeft geen boodschap aan dit stukje? Hoeft ook niet. Zolang u Richard Yates maar onthoudt. Lees Richard Yates.

 ….

En lees dan iets van een andere auteur uit de opsomming hierboven.

Social media & sharing icons powered by UltimatelySocial
Facebook
Instagram