Envoi – een VERZIN-column

De nieuwe VERZIN biedt een gesprek met Marieke Lucas Rijneveld, laat Johan de Boose, Ingrid Vander Veken en Evelien de Vlieger vertellen over schrijven op locatie en schuift het tweede boek van Jens Meijen onder het voetlicht.
Hier leest u alvast een column uit de pré-Wuhan-era, eentje dat paste bij een dossier over singer-songwriters.

Kate Bush maakte er geen geheim van. Zij noemde de song simpelweg naar de roman en citeerde Emily Brontë woord voor woord wanneer ze dat drassige tochtgat op woeste hoogten bezong. De Gentenaren van Absynthe Minded maakten het nog bonter: hun Envoi is een letterlijke vertaling van het gelijknamige gedicht van Hugo Claus, al kan men zich afvragen of de versregel ‘In de winter springen hun lippen’ zich in het Engels wel zo makkelijk laat vertalen naar ‘In winter their lips leap’.

Op de toerbus houden muzikanten het niet altijd bij gamen, drinken, en eigen scheten in brand steken, sommigen pakken al eens een boek vast. Dat Bruce Springsteen het complete oeuvre van John Steinbeck achter de kiezen heeft, zal niemand verbazen. Maar dat Mick Jagger in zijn apenjaren meer deed dan alleen maar Marianne Faithfull achternajagen en zich bij het zich bij het schrijven van Sympathy for the Devil door Michaíl Boelgákov liet inspireren, is minder geweten. Boven de Moerdijk lag Nescio’s De uitvreter dan weer in de studio toen The Nits aan het opnemen waren. En Robert Smith van The Cure had bepaald geen last van racistisch ressentiment toen hij Killing an Arab schreef, hij citeerde gewoon L’Etranger van Camus. Oh, en de scentless apprentice waar Kurt Cobain over zong? Da’s Jean-Baptiste Grenouille uit Het parfum.

movie still Perfume: The Story of a Murderer (Ben Whishaw)

Ook genreliteratuur werkt bijwijlen inspirerend. De Bluesrockers van Led Zeppelin betuigden hun liefde voor Tolkien met lichtvoetige regels als ‘Just in the darkest depths of Mordor’. Pennywise is natuurlijk genoemd naar die clown met zijn ballonnen – “Want your boat back, Georgie?” En de Russisch-Amerikaanse schrijver Isaac Asimov inspireerde achtereenvolgens de mannen van The Stranglers, The Alan Parsons Project en de UK Subs. Het Oude Testament is nog zo’n boek dat wordt kaalgeplukt. De escapades van David met zijn Bathseba werden respectievelijk bezongen door Leonard Cohen in Hallelujah en door Pixies in Dead.

Dat het ook in omgekeerde richting werkt, daar kan ikzelf over getuigen. In 2008 was ik net aan De steek van de schorpioen begonnen te schrijven, mijn derde boek, toen Elbow met hun doorbraakplaat The Seldom Seen Kid op de proppen kwam. Het mag dan ook geen toeval heten dat ik na het horen van The Loneliness of a Tower Crane Driver besloot een Chileense kraanman met issues op te voeren. En toen ik piekerde over welk geheim de Chileen met zich moest meedragen, zorgde het vijfde nummer op diezelfde plaat voor de openbaring (#spoileralert).

Kannibaal Mildred – een Verzincolumn

verzin 3 2016Sinds het begin van de zomer ligt de nieuwe Verzin in de rekken – dossier columns – waarin ik niet alleen een column mag leveren maar ook met Gie Bogaert mag spreken over het schrijfproces achter zijn laatste roman Roosevelt.

Voor de liefhebbers: Kannibaal Mildred, een column uit de vorige jaargang,
te lezen op een terras, alp of strandstoel naar keuze.

 Zijn naam was Malcorps. Hij was conciërge van een flatgebouw, zij het tegen wil en dank. Hij sprak met een kabbelende bariton die aangenaam in de oren lag, als die van een nieuwsanker, of van een kardinaal in een pot glijmiddel. Weinigen die zijn stem echter te horen kregen want hij werd niet graag gestoord. Wanneer de bel ging, opende hij de deur net zo ver als het kettinkje het toeliet. Met een wuft handgebaar stuurde hij de meeste bezoekers wandelen.

Malcorps was een artiest, een internetartiest, en wat voor één: als tableau vivant was hij kunstenaar en kunstwerk tegelijk. In elke kamer van zijn flat hing het alziende cyclopenoog van een webcam. Lijfeigene van zijn betalend publiek had hij zijn leven in een contract gegoten. Zijn internetbroodheren bestuurden elke minuut van zijn bestaan. Ze dicteerden wat hij at, dronk, wanneer hij zich waste, wanneer hij zich ontlastte. De tijd die hij buiten mocht doorbrengen – uit het zicht van de camera’s – werd streng gechronometreerd.

God, wat gaat de tijd snel! Het is alweer twee-en-een-half jaar geleden dat mijn vorige roman in de boekhandel lag. Daarin kreeg Malcorps drie hoofdstukken toegewezen. En als u mijn moeder bent of een andere verloren ziel die De steek van de schorpioen heeft gelezen, dan denkt u vast: Malcorps, nooit van gehoord!? Gelijk hebt u. In de vierde manuscriptversie van het schorpioenboek liep de man nog vrolijk te sikkeneuren, in de vijfde was hij spoorloos verdwenen. De conciërge was me dierbaar maar hij hield de boel op. Ik deed wat gebeuren moest: tussen twee versies in verloste ik hem uit zijn lijden. R.I.P. Malcorps.

Tijdens de jaarlijkse trek naar hun paargebied eten de rode krabben van Christmas Island hun platgereden neven en nichten vers van het asfalt – broodnodig kannibalisme om tot bij de Indische Oceaan te geraken. In 1972 overleefde een rugbyploeg een vliegtuigcrash in de Andes op het vlees van dode medepassagiers.

Sinds de dood van Malcorps werden vele andere personages tot leven gewekt. Hostiegewijs namen sommigen onder hen een stukje van de conciërge tot zich – een karaktertrek, een hebbelijkheid, een tic, een flard dialoog. Ze zullen het nooit toegeven maar de dames en heren uit de allerlaatste versie van elke roman hebben hun lot te danken aan de stoffelijke resten van hun minder fortuinlijke soortgenoten. Meursault, Toru Watanabe, Miranda Van Hooylandt, Jean-Baptiste Grenouille, Mildred Pierce – het zijn stuk voor stuk kannibalen.

The Hedonist

Het is ook een song van de ter ziele gegane Britse groep The House of Love, maar gisterenavond vormde het Antwerpse café De Kleine Hedonist het podium waar De steek van de schorpioen werd voorgesteld.

Een boekvoorstelling is een beetje als wandelen op het slappe koord. Ja, je hoort je boek met veel aplomb aan te kondigen, en neen, je mag niet overdrijven met de omvang van de gestoken loftrompet. Aan de aanwezigen om te beslissen of we geslaagd zijn in die evenwichtsoefening.

De schrijver in kwestie apprecieerde alleszins de weloverwogen woorden waarmee auteur Alstein het boek inleidde, hapte naar adem bij het vragenvuur van zijn uitgever, kwam weer tot rust tijdens de cover van Everyday I Write the Book en luisterde met genoegen naar de twee boekfragmenten waarover actrice Mara zich had ontfermd.

Voor zij die er niet geraakt zijn, een overzicht:

DKH1

 auteur Alstein wikt zijn woorden

DKH2

muzikanten Dirk en Roel durven Elvis Costello en Leonard Cohen aan (en vonden The Scorpions toepasselijk)

DKH3

uitgever vraagt schrijver wat hij met golfijzers heeft

DKH4

muzikant Roel kan het even niet meer aanzien

DKH5“Comprehende savvy understand”, las Mara, haar dictielessen van de Queen Mother indachtig

DSCN0970

publiek prefereerde plekje nabij tapkast

DKH6

schrijver versus dt-fout

1979

Kijk! Kijk aandachtig! Het is nazomer ‘79 en buiten staat een jongetje van zeven in een tuin vol geluiden. Hij neemt plaats op een klapstoeltje. Voor hem rust een lesbord op een lege waspoederton. Op het bord: een kinderboek, een stapel kladpapier en een blik Caran d’Ache-kleurpotloden. Zie je wat hij doet? Hij tekent een huis met raam, deur en schoorsteen en schrijft er het woord ‘huis’ bij, net zoals het in het kinderboek staat. Neen, dit tafereel komt niet uit 1979 van The Smashing Pumpkins. Dat jongetje ben ik en die stapel kladpapier is mijn allereerste manuscript.

Drieëndertig jaar later. De boekenbeurs – editie 2012 – ligt net achter ons. Zoals gewoonlijk was er op tv veel aandacht voor de beurs en zoals gewoonlijk ging de meeste aandacht niet naar de schrijver. U weet het misschien niet maar reportagemakers moeten op de boekenbeurs een strikt draaiboek volgen. Stap één: neem de kuierende mensenmassa in beeld. Stap twee: vraag aan Kaatje-van-Ketnet of Mega Mindy of ze graag signeren. Stap drie: interview de schrijvende kok, de schrijvende tuinier of de schrijvende Astrid Bryan over hun successtory. Laatste stap: zoom in op een auteur die eenzaam en alleen en zonder wachtrij aan zijn signeertafel zit. Einde reportage.

Dat zijn de regels. Wordt verwacht voor 2013: meer kookboeken en een diepte-interview over de memoires van “de Lau”. Dat zijn de regels en wij schrijvers hebben die te accepteren. Wil de schrijver aandacht voor zijn werk, dan zal hij daar vooral zelf voor moeten zorgen.

Welnu, deze schrijver brengt in januari een nieuw boek uit. Het is een komische noir, wat wil zeggen dat er geen garantie is op een Disney-einde maar dat er wel gelachen mag worden. Het boek heet De steek van de schorpioen en u leest er meer over op de pagina hiernaast. Vooruitlopend op dat boek is er deze site, met dank aan WordPress, het internet en vriend Sven, een wijs man voor wie de informatietechnologie geen geheimen kent.

 Dit jongetje van veertig dankt u voor uw aandacht.

Social media & sharing icons powered by UltimatelySocial
Facebook
Instagram